Ben je net klaar met kitten en twijfel je of je wel genoeg hebt gebruikt? Of merk je achteraf dat er toch iets mis is met de kitranden? Geen zorgen: je bent niet de enige die zich dit afvraagt.
In dit artikel lees je hoe je herkent of je te weinig kit hebt aangebracht, wat de gevolgen kunnen zijn en, misschien nog belangrijker, wat je eraan kunt doen. Ook als je nog moet beginnen, helpt dit overzicht je om fouten te voorkomen en meteen goed te starten.
Hoe weet je of je te weinig kit hebt gebruikt?
Twijfel je of je wel genoeg kit hebt aangebracht? Dat is niet vreemd. Zeker bij je eerste kitklus kan het lastig zijn om in te schatten of de hoeveelheid voldoende is. Toch zijn er duidelijke signalen die erop wijzen dat de kitlaag te dun is aangebracht, of niet goed afdicht.
Let bijvoorbeeld op deze kenmerken:
- De kitrand ziet er smal of onregelmatig uit
- Er blijven open plekjes of luchtgaatjes zichtbaar
- De kit sluit niet mooi aan op beide zijden van de voeg
- Je voelt bij lichte druk dat de kit ‘meegeeft’ of loslaat
In vochtige ruimtes, zoals de badkamer of keuken, kunnen de gevolgen snel zichtbaar worden. Water dat achter de kitrand sijpelt, leidt vaak tot donkere verkleuringen of schimmelvorming. Zie je dat? Dan is de kans groot dat de afdichting onvoldoende is.
Wat zijn de gevolgen van te weinig kit?
Een te dunne kitlaag is meer dan een schoonheidsfout. Kit heeft als functie om kieren en naden waterdicht af te sluiten en kleine bewegingen op te vangen. Als de laag te dun is, werkt het materiaal niet zoals bedoeld.
Mogelijke gevolgen zijn:
- Lekkage: vooral bij badranden, douches en spoelbakken
- Schimmelvorming: vocht dat achterblijft, geeft schimmel de kans
- Loslatende kitranden: de hechting is vaak slechter bij een dunne laag
- Snelle slijtage: kit droogt sneller uit en scheurt of brokkelt af
Zeker bij keramische oppervlakken, zoals wandtegels of vloertegels, is het belangrijk dat de kit goed hecht en voldoende volume heeft. Ook bij beweging, bijvoorbeeld bij een houten vloer of een flexibel kozijn, is een dikkere laag nodig om spanningen op te vangen.
Wanneer lijkt het alsof je te weinig hebt gebruikt, maar is dat niet zo?
Soms lijkt een kitrand te dun, terwijl die technisch gezien wél goed is aangebracht. Er zijn een paar oorzaken waardoor je kunt twijfelen, terwijl er eigenlijk niets mis is.
- Krimp: siliconenkit krimpt licht tijdens het drogen, vooral als je te snel gladstrijkt of in een koude ruimte werkt. Hierdoor lijkt de voeg smaller dan bij het aanbrengen.
- Kleurverschil: een matte of lichtere rand lijkt vaak dunner, zeker bij witte kit op een witte ondergrond.
- Ongelijke achtergrond: als één zijde van de voeg dieper ligt (bijvoorbeeld bij ongelijke wandtegels), oogt de kitrand smaller.
Heb je gewerkt op een schone ondergrond, met voldoende druk en een gelijkmatige beweging, dan is de kans groot dat de rand technisch goed is. Twijfel je toch? Kijk dan of de rand water tegenhoudt, of zacht blijft bij druk.
Moet je opnieuw kitten als je te weinig hebt gebruikt?
Of je opnieuw moet kitten, hangt af van hoe ernstig het probleem is. Een dunne of onvolledige kitlaag die zichtbaar loslaat of vocht doorlaat, kun je niet zomaar bijwerken. In zulke gevallen is het verstandig om de oude kit volledig te verwijderen en opnieuw aan te brengen.
Let vooral op deze situaties:
- De kitrand hecht niet aan beide oppervlakken
- Er zit zichtbaar ruimte tussen de kit en het materiaal
- Er zijn open naden of scheuren ontstaan
Gaat het om een klein stukje waar net iets te weinig is gebruikt, maar is de rest stevig en waterdicht? Dan kun je overwegen om alleen dat deel bij te werken. Zorg dan wel dat je het goed schoonmaakt en ontvet, zodat de nieuwe kitlaag hecht. Bij twijfel is opnieuw kitten vaak de veiligste keuze, zeker in vochtige ruimtes zoals bij badkamertegels.
Kan je over oude kit heen kitten om het op te lossen?
In sommige gevallen kun je een nieuwe kitlaag over een bestaande aanbrengen, bijvoorbeeld als de onderlaag nog goed vastzit maar net te smal is. Dit heet ‘overkitten’ en kan een snelle oplossing zijn, mits je goed voorbereid.
Waar je op moet letten:
- De oude kit moet schoon, droog en stevig zijn
- De nieuwe kit moet van hetzelfde type zijn (bijv. siliconen op siliconen)
- Je maakt de rand eerst schoon met een kitreiniger of ontvetter
- Breng de nieuwe laag zorgvuldig aan met voldoende druk
Let op: dit is geen duurzame oplossing als de eerste laag al loskomt of gebreken vertoont. In dat geval is het beter om de kitrand te verwijderen en opnieuw te kitten, zoals je dat ook zou doen bij het vernieuwen van vloertegels of een versleten voeg.
Hoeveel kit heb je nodig voor een goede kitrand?
Hoeveel kit je nodig hebt, hangt af van de lengte, diepte en breedte van de voeg. Ook het materiaal speelt een rol: bij gladde oppervlakken zoals glas of geglazuurde wandtegels gebruik je vaak iets minder, terwijl ruwe of poreuze ondergronden meer kit vragen.
Hieronder een aantal richtlijnen:
- Badkamer: gemiddeld 1 tube kit (ca. 300 ml) per 8–12 meter rand
- Keukenbladen: 1 tube per 6–8 meter, afhankelijk van diepte
- Kozijnen en ramen: 1 tube per 10 meter rand
- Tegelwerk: afhankelijk van voegbreedte en ondergrond
Bij twijfel kun je beter een extra tube meenemen. Het is lastig om halverwege exact dezelfde kleur of structuur terug te vinden. Zeker bij populaire stijlen zoals houtlook tegels of XXL tegels, waar afwerking belangrijk is, wil je liever niet improviseren met verschillende soorten kit.
Veelgemaakte fouten bij kitten (en hoe je ze voorkomt)
Zelf kitten lijkt eenvoudig, maar juist kleine fouten zorgen achteraf voor problemen. Te weinig kit gebruiken is daar één van, maar het gaat vaak samen met andere handelingen die de hechting of het eindresultaat beïnvloeden.
Veelvoorkomende fouten zijn:
- Geen primer of ontvetter gebruiken
Kit hecht slecht op een vuile of vette ondergrond. Zeker bij plekken waar eerder gekit is of waar zeepresten zitten, is reinigen essentieel. - Te snel of ongelijk gladstrijken
Als je te snel werkt of met wisselende druk, wordt de kitrand onregelmatig en dunner op bepaalde plekken. - Slechte voorbereiding
Te weinig kit in huis hebben, verkeerde tuitbreedte of een onstabiel oppervlak zorgen voor slordige afwerking. - Verkeerde kitsoort gebruiken
Niet elke kit is geschikt voor vochtige ruimtes of voor materialen zoals tegels in de keuken.
Een goede voorbereiding voorkomt deze fouten. Zorg voor een schoon oppervlak, gebruik voldoende kit en werk in één rustige beweging. Test eventueel op een minder zichtbare plek voordat je begint.
Kun je kit in lagen aanbrengen als je te weinig hebt gebruikt?
Kit aanbrengen in lagen klinkt logisch: eerst een basis, dan een extra laag om het op te vullen. Toch is dit niet de standaardaanpak. In de meeste gevallen wordt kit in één volle beweging aangebracht, zodat het goed hecht en egaal droogt.
Toch zijn er uitzonderingen:
- Als de voeg dieper is dan 10 mm, kan een rugvulling (zoals een rugvulkkoord) nodig zijn, waarna je in twee lagen werkt
- Bij reparaties op bestaande kit kun je soms een tweede laag aanbrengen, mits de eerste stevig zit en goed voorbereid is
Let op: als je de eerste laag te dun hebt aangebracht, is het niet vanzelfsprekend dat een tweede laag daar stevig op hecht. Twijfel je? Dan is het veiliger om alles te verwijderen en opnieuw te kitten, zoals je dat ook zou doen bij het herstellen van bijvoorbeeld tegels in de woonkamer.
Tips om dit probleem in de toekomst te voorkomen
Goede voorbereiding voorkomt niet alleen frustratie, maar ook lekkages of herstelwerk. Hieronder enkele praktische tips om te zorgen dat je in één keer voldoende kit gebruikt.
- Werk altijd met voldoende druk op de kitspuit, zodat de voeg goed gevuld wordt
- Gebruik een passende tuitopening, afgestemd op de voegbreedte
- Oefen vooraf op een teststukje, zeker als je weinig ervaring hebt
- Reken ruim met hoeveelheden: beter iets overhouden dan tekortkomen
- Kies een kit die past bij de toepassing, bijvoorbeeld voor sanitair, natuursteen of glas
Een nette en goed gevulde kitrand zorgt niet alleen voor een strakke afwerking, maar voorkomt ook problemen achteraf. Wie vaker werkt met tegel inspiratie, weet: de details maken het verschil.
